1 juli, van Gurat naar St-Emilion

Als ik mijn tent heb ingepakt, ga ik nog even rustig ontbijten in de lounge-set van de camping. Het zag er gisteravond zo hoopvol uit, met een blauwe lucht, maar het is nu weer helemaal dichtgetrokken. Ach, met al het klimmen voor de boeg is dat misschien ook niet zo erg. Nu eerst maar eens de route weer terug zien te vinden. Doe ik verstandig, en rij ik een stukje terug, of ga ik proberen om de route een stukje verderop weer op te pakken? Ik kies ervoor om toch maar een stukje terug te rijden...

De eerste stop is bij Aubeterre-sur-Dronne, bij de Eglise monolithe St Jean, een kerk die is uitgehouwen in de rotsen. Wat een geweldig mooi bouwwerk, echt heel bijzonder.

De Eglise St Jacques kan na zo'n bouwwerk alleen maar tegenvallen. Aubeterre zelf is heel toeristisch, met veel terrasjes, en winkeltjes met aardewerk, sieraden en leerartikelen. Maar het ligt ook wel erg mooi tegen die berg aan. Omdat de zon inmiddels tevoorschijn is gekomen, smeer ik me in met zonnebrandcreme. Daar is de zon wel erg van geschrokken... De wolken komen weer terug...

De route gaat verder naar St-Aulaye. Het hele dorp is versierd, vanwege het jaarlijkse feest. Veel vrouwen lopen rond in klederdracht. Wel opmerkelijk trouwens dat ik geen mannen in klederdracht heb gezien. Natuurlijk is er ook een markt met allerlei producten. Nee, ik wil echt geen honing meenemen, dat is veel te zwaar.

Na Aulaye maken de akkers plaats voor bossen. Tot aan Tayac fiets ik door het bos. Ik zie er houtstapels die in Nederland echt niet zouden mogen: veel te hoog, en zonder bordjes dat hè er niet op mag klimmen. Bij Tayac komen de eerste wijngaarden in beeld, en al gauw zie je niets anders meer. En tussen al die wijngaarden staan ook nog geweldige kastelen.

Ik wil naar de camping in St-Emilion, maar als ik St-Emilion binnen rij, staat de camping nergens meer aangegeven. Bij de dorpswinkel zie ik echtpaar staan, met sportieve fietsen. Dat kunnen alleen maar Nederlanders zijn. Dus ik spreek ze aan in het Nederlands, en vraag of ze weten waar de camping is. Ja, een eindje terug. Ik kan wel achter ze aan rijden, want ze zijn op de terugweg naar de camping, en die staat inderdaad slecht aangegeven. En als ik wil kan ik ook mee-eten, er wordt vanavond pasta gekookt. Nou, graag dus! Oftewel een gezellige avond, met veel fietsverhalen.

 

30 juni, van St-Sulpice naar Gurat

Gisteravond nog een hele tijd met het gezin thee zitten drinken toen ze klaar waren met het hooi binnen halen. Wat een boeiende verhalen hoor je op zo'n reis. Het gaat te ver om dat in een openbare blog op te schrijven, maar het was wel weer een bijzondere ontmoeting. Rond half acht word ik wakker, en kan zo aan het ontbijt aanschuiven. De kinderen moeten nog twee dagen naar school en hebben dan acht weken vakantie. Om acht uur ben ik zoals gebruikelijk klaar om te vertrekken. Het weer? Zoals gebruikelijk bewolkt, maar zonder regen. Voor een dag als vandaag, met veel klimmen is het eigenlijk niet zo erg dat de zon zich nog niet laat zien.


De route van vandaag loopt door een gebied dat heel verlaten is, weinig bebouwing, en in de dorpen die er zijn is ook weinig te doen. In Brie is wel onder andere een bakker, slager, farmacie en ook een terrasje. Tijd voor een kopje koffie! Ondertussen zie ik allerlei berichten langskomen van/over Luc, die ziek is geworden op vakantie. Ik moet er niet aan denken!


Rondom Angouleme komt er weer meer bebouwing, en zie ik ook meer nieuwbouw. Erg lelijk, jammer dat er niet in de oude stijl gebouwd is, maar dat is natuurlijk ook wel erg kostbaar. De route voert niet door Angouleme, maar met een ruime bocht om Angouleme heen. Vanaf Angouleme worden de klimmen langer. Sowieso is de route Angouleme-Cadillac een route met veel dalen en stijgen. Op de route een paar mooie bronnen.


De volgende stop is bij Dirac. Daar zou ik ook wat boodschappen kunnen doen voor het avondeten, want in de volgende dorpen tot de camping waar ik wil overnachten zit helemaal niets!! Helaas ook in Dirac is de winkel inmiddels gesloten.

In Villebois-Lavalette, een plaats 15 km verderop is een supermarkt. Dat is wel iets van de route af, maar het schijnt ook wel een mooie plaats te zijn, dus een kleine omweg is niet zo erg. Onderweg naar Villebois kom ik langs het chateau La Mercerie, wat een gigantisch groot chateau is. En ondertussen nog maar steeds klimmen en dalen... Villebois zie je al vanuit de verte te liggen, een ommuurde vesting met natuurlijk een kerk. De stad heeft een mooie houten markthal, waar nu nog de tafels en stoelen opgestapeld staan, maar waar je vast en zeker lekker kunt zitten.

In het stadje zelf zit geen supermarkt meer, die is verdreven door de supermarche buiten de stad. Ik heb geen zin om daar naar toe te fietsen, en haal bij de bakker wat lekkere broodjes voor vanavond.

Nu ik toch in een wat grotere stad ben, wil ik ook proberen om weer eens een stempel te krijgen. Op naar de VVV. Met mijn ervaring van gisteren in gedachten vraag ik of de camping die ik in gedachten had open is. Helaas, ook die bestaat niet meer, evenals de camping die daar vlak bij ligt. Of ik dan toch geen chambres d'hotes wil? Nee, die wil ik niet, ik wil kamperen. Uiteindelijk wordt ik verwezen naar camping le petit lion in Gurat. Die ligt wel iets van de route af, maar dan heb ik wel de zekerheid van een camping die open is. Vervolgens legt de dame van de VVV mij nog op verschillende manieren uit hoe ik bij die camping moet komen. En uiteindelijk loopt ze ook nog maar het eerste stukje mee, zodat ik zeker op de goede route zit. Na een half uurtje ben ik op de camping waar ze ook nog tapbier hebben, wat kan een mens nog nog meer willen.
Vanavond ook nog meet eens even de planning bijwerken, want de Col du Somport ga ik denk ik toch maar overslaan, en in plaats daarvan via St-Jean-Pied-de-Port naar Spanje gaan.

29 juni, van Fontaine naar St-Gourson

Gisteravond zag het er nog zo mooi uit, blauwe luchten, maar vanmorgen is het weer grijs en somber. Maar het is in elk geval droog, en voor fietsen geen slecht weer. Ik heb bij de camping brood en een pain au chocolat besteld, en had nog yoghurt van gisteren, en kan nog voor dat ik begin met fietsen ontbijten. Dat komt niet zo vaak voor. Eerst maar eens naar Poitiers. In vergelijking met de andere grote steden waar ik ben geweest, valt Poitiers me wat het verkeer betreft 100% mee. Maar een paar drukke straten, en dan wordt je naar een rondweg langs het water gestuurd, waar het rustig fietsen is. Vandaaruit is het een rechte weg het centrum in. Eerst een bezoek aan de St-Pierre kathedraal, met een mooi versierd portaal. Binnen is de organist aan het oefenen, begeleid door orgelmuziek kan ik de kathedraal bewonderen.

Vervolgens wil ik naar de Tourist Information voor een stempel. Ik vraag de weg aan een man, en in plaats van uit te leggen hoe ik er moet komen, brengt hij er mij wel even naar toe. De Tourist Information is pas om 10 uur open, tot die tijd kan ik mooi een kopje cappuccino drinken, en de Notre-Dame-la-Grande bewonderen. De Notre-Dame is een romaanse kerk, van buiten heel kaal, maar van binnen rijk versierd met schilderingen.

Poitiers is een stad waar ik graag nog een keertje naar terug wil, er valt nog heel wat meer te zien. Hetzelfde geldt trouwens voor Chartres. Maar nu weer verder. Eerst een stukje klimmen om het dal uit te komen, en daarna weer verder over het plateau. Het is continue licht klimmen en dalen, maar dat is goed te doen. Anders dan gisteren, toen ik continue door kleine dorpjes, maar vaak ook wel een winkeltje of café kwam, is dit stukje Frankrijk heel leeg. Weinig bebouwing en nog minder voorzieningen, maar voed dat ik genoeg te eten en te drinken bij me heb.

Bij Vernon zie ik een pleintje met platanen. Nou ben ik echt in Zuid-Frankrijk! In St-Maurice-la-Clouere is de kerk te dicht bij de rivier gebouwd, de vloer is al verhoogd, maar toch heeft het vocht de muren aangetast. Vreemd eigenlijk, in Noord-Frankrijk staan de kerken juist op de hoogste plaatsen, hier in Zuid- Frankrijk is dat veel minder het geval. Minder wateroverlast??

Na Chateau-Garnier kom ik mijn eerste mede-pelgrims tegen, een Nederlands echtpaar dat de route in meerdere vakanties aflegt, deze vakantie fietsen ze van Breda naar Bordeaux, en volgend jaar het resterende deel. Ze hebben elektrische fietsen, en overnachten in hotels en dergelijke, en gaan dus wat sneller vooruit dan ik. Na een poosje kletsen, gaan zij weer met een wat hogere snelheid verder. Bij Charroux kom ik ze weer tegen, de accu van een van de fietsen is kapot en moet regelmatig worden bijgeladen, in dit geval in de kerk van Charroux.

Het laatste deel van vandaag gaat naar Nanteuil-en-Vallee, tenminste dat dacht ik. Bij de camping aangekomen bleek dat ie dicht was, vanwege werkzaamheden. Ik heb niets gezien dat op werkzaamheden leek, maar had ook geen zin om op die camping te gaan staan, in mijn eentje. Dus dan maar verder, naar St-Sulpice waar ook een camping is. Vlak voor St-Sulpice vraag ik de weg naar de camping aan een vrouw die mij tegemoet komt lopen. De camping is nog een heel eind weg, maar zij weet nog wel iets anders. De boerderij iets verderop is van een Nederlander, en misschien heeft hij nog wel plek voor een tentje. Ze biedt aan om te bellen, en ik accepteer dat graag. Ja hoor, het is prima, ik kan daar naar toe gaan. Zij werkt in het winkeltje bij de boerderij, dus misschien zie ik haar morgenvroeg nog wel. Op de boerderij aangekomen biedt Johan mij aan dat ik ook wel in het huis kan slapen, in de slaapkamer van zijn stiefdochter. Hij is met zijn dochter en twee zonen hard aan het werk om het hooi van het land te halen, want er wordt slecht weer verwacht...                                  

28 juni, van Veigne naar Fontaine

Mijn tentje heeft zich prima gehouden in de regen. Ventileert ook prima, waardoor ik het zonder al te veel vocht kan inpakken. De camping is nog in diepe rust als ik om 8 uur klaar sta om te vertrekken. Ook de bazin van de camping is nergens te bekennen, dus uiteindelijk ga ik dan maar weg zonder aan- en afmelden (en betalen). Bij de bakker in Veigne eerst inkopen doen, en die bakker ligt direct tegenover de pelgrimsherberg. Als ik het niet geweten had dat die daar lag, had ik het niet als zodanig herkend. Nergens bordjes of zoiets. Als ik met mijn broodje buiten kom is het weer zover, regen. Ik ga rustig bij de bushalte mijn broodje opeten en wacht tot de regen wat minder wordt. Dat is gelukkig al snel, en dan kan ik aan de volgende etappe gaan beginnen.

Als ik een uurtje onderweg ben is het weer zover, regen. Ik ga maar even schuilen onder de bomen, want er valt aardig wat naar beneden. Even later komen 2 fietsers mij tegemoet. Ze, Nederlanders, stappen ook af om te schuilen, en we raken aan de praat over onze vakanties. Zij zijn al langere tijd onderweg, hebben eerst vanuit Murcia de Plato- route naar Santiago gefietst en zijn nu ondrrweg naar Nederland. Met uitzondering van 4 dagen in Spanje, en gisteren en vandaag hebben ze alleen nog maar mooi weer gehad. In tegenstelling tot mij  hebben ze behoorlijk wat negatieve ervaringen met de Fransen, deuren die voor hun neus werden dichtgedaan en dat soort dingen. Na een tijdje wordt de regen minder en gaan we elk weer onze eigen kant op. Het landschap lijkt hier erg op Nederland, zeker met die donkere luchten erboven.

Mijn volgende stop is Ste-Catherine-de-Fierbois. Dit is al van oudsher een doel voor de bedevaartgangers. Bij het gemeentehuis staat een bord met informatie voor hen. Bij de kruidenier heb ik een stempel gehaald, een van de mooiere tot nu toe.

In Ste-Maure-de-Touraine zie ik een postkantoor, een mooie gelegenheid om boekje 1 naar huis te sturen. Dat scheelt alweer 250 gram bagage⯑⯑. Van daaruit gaat het omlaag naar Nouatre, en fiets ik verder langs de Vienne naar Chatellerault. 

Natuurlijk heb ik een bezoek gebracht aan de Jacobskerk, en een stempel bij de pelgrimsherberg opgehaald. Vandaaruit weer verder naar Dissay, waar een kasteel staat dat ook door Disney zou kunnen zijn bedacht.

Mee laatste kilometers van vandaag gaan naar Fontaine, waar ik in de supermarkt wordt aangesproken door een man die in Nederland een hele tocht heeft gemaakt. Ook hij is heel behulpzaam, en vraagt wat en nodig heb (eten) en waar ik vannacht overnacht (op de camping). Ik krijg nog wat suggesties voor een eenvoudige maaltijd. De camping ligt aan de route, ik kan morgen zo weer verder. Ik moet wel even een hamer lenen bij de overburen, want de grond is hier erg hard. Maar de tent staat alweer snel, en dan is het tijd voor een biertje.

27 juni, van Vendome naar Veigne

Ik ben vandaag redelijk vroeg wakker, niet door de kerkklokken, want die beginnen pas om 7 uur, maar gewoon uit mezelf. Maar dat geeft niet, want dan kan ik ook nog mijn blog van gisteren maken, daar was ik gisteravond niet meer aan toegekomen. Ik probeer ook nog wat foto's te uploaden, maar dat lukt om de een of andere reden niet. Als ik door mijn datalimiet van vandaag heen ben, hou ik er maar mee op. René heeft de foto's die ik heb ge-appt inmiddels toegevoegd zodat alle volgers ook van de plaatjes kunnen genieten.

Ik kom daarna in de Franse ochtend-stress terecht, de jongste moet nog een week naar school en heeft daar duidelijk geen zin in. Maar uiteindelijk lukt het Helene toch om hem aan te kleden en zijn tanden te laten poetsen, het ontbijt staat nog steeds op tafel. Antionette wordt uit bed getrommeld om na mijn vertrek af te sluiten. Ze vindt het niet erg, ze heeft toch nog 2 maanden vrij.

ik bekijk eerst nog wat toeristische punten van Vendome, voordat ik verder ga. Daarbij kom ik langs een kerk waar de priester net naar buiten komt. Hij ziet mijn schelp en vraagt of ik een stempel wil. Vraag natuurlijk, ik had me er al bij neergelegd dat een stempel van Vendome niet zou lukken. En ook nog een echt mooie!!

Dan wordt het tijd om verder te gaan. De eerste klimmetjes uit het dal zijn weer even doorbijten. Ik heb geen spierpijn, maar zo aan het begin van de dag protesteren de spieren wel een beetje. Een tegenvaller, ik moet een spoorweg passeren waar eerder een brug overheen lag, maar de brug is er niet meer. Wat nu? Maar weer terug naar het dorp waar ik vandaan kwam. Gelukkig staan daar twee mannen buiten te praten, die mij kunnen vertellen hoe ik weer op mijn route kan komen.

In Marcilly-en-Beauce aangekomen is het tijd voor een lekker broodje, op het bankje bij de kerk. Het is vandaag niet echt warm, en het lijkt of het elk moment kan gaan miezeren. Maar voor het fietsen is dat niet zo erg. De wind tegen maakt het op het plateau waar ik het eerste stuk over fiets wel iets minder. Nog steeds veel koren, dat veel te lijden heeft gehad van alle regen die in de afgelopen tijd gevallen is.

Vanaf Chancay kom ik in de wijnstreek terecht. Veel caves langs de weg, bij Chancay in de  hellingen, en  als het dan echt begint te miezeren is de verleiding groot om daar naar binnen te gaan... Maar ik fiets natuurlijk dapper door, als Nederlander zijnde heb je geen last van de regen. Vanaf Coquette een steile afdaling naar het dal van de Loire die inmiddels veel breder is geworden dan een paar dagen eerder. Het laatste stuk naar Tours fiets ik langs de Loire en via de hangbrug kom ik Tours binnen. Boek 1 is uit, de eerste 875 km zitten erop!

Nadat ik de katedraal heb bekeken fiets ik nog een stukje verder naa Veigne, waar een  camping zou zijn. Die camping is er ook wel, maar door omstandigheden gesloten. Een dame die de containers komt buiten zetten helpt mij aller vriendelijkst verder, naar een camping 3 km verderop. Daar aangekomen is er niemand bij de receptie, maar ik ga daar toch maar mijn tent opzetten. Dan morgen maar aanmelden en afmelden. Er staan ook nog twee andere fietsers, waar ik eerst een praatje mee gaan maken. Zij hebben de auto bij Chartres staan en hebben vandaaruit een ronde gefietst. Leuk om ook hun verhalen te horen. Ik zet mijn tent op een plekje onder de bomen. Wat miezerregen moeten die bomen toch wel kunnen tegenhouden.. Als ik terugkom van douchen is het helaas wat harder gaan regenen. Nou ja, maar eens kijken hoe deze tent de regen doorstaat.